Les lois des 27 décembre 2006, 25 avril 2007 et 26 avril 2007

samedi 29 septembre 2007

TRAVAUX PARLEMENTAIRES, etc.

Ce blog est destiné à reprendre notamment les questions parlementaires sur le sujet, et ce pour ne pas encombrer le site à consulter : BAIL DE RESIDENCE PRINCIPALE

Voici ces questions:

1.

Garantie bancaire

Commission de la Justice ( Chambre ) du 10 octobre 2007


Question de M. Servais Verherstraeten à la vice-première ministre et ministre de la Justice sur "la nouvelle loi sur les loyers" (n° 66) : Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, de nieuwe woninghuurwet, zoals hij werd gewijzigd in de programmawet van het voorjaar van 2007, gaf de mogelijkheid aan de huurders om rechtstreeks bij een bank een huurwaarborg aan te vragen. Ik vang geruchten op dat dit in de praktijk niet zo optimaal zou functioneren. Heel wat banken zouden huurders systematisch doorsturen naar het OCMW of hen gewoon een vrij duur persoonlijk krediet aansmeren en hen daarvoor ook nog eens hoge kosten aanrekenen….

Ten eerste, hebt u kennis van deze praktijken? Ik meen te weten, uit de besprekingen tijdens de programmawet, dat u een vooroverleg met de banken hebt gehad. Is dit conform de afspraken die tijdens dit vooroverleg werden gemaakt? Zijn er na de goedkeuring van de wet hieromtrent nog andere afspraken gemaakt met de banken? Hoe kunnen de intenties van de wetgever beter worden gerealiseerd?

Ten tweede, de wijzigingen in de programmawet betreffende de huurbepalingen voorzagen facultatief in twee KB’s: een betreffende de herstellingen ten laste van de verhuurder en een betreffende de materie waarover wij het daarnet hadden, mevrouw de vice-eerste minister, namelijk de verplichting van de financiële instellingen tot het verlenen van een dergelijke huurwaarborg. Als ik mij niet vergis, zijn hierover geen KB’s verschenen. Klopt dit? Wat is hiervoor de reden? Lag of ligt het in de bedoeling hierover een KB op zeer korte termijn op te stellen?

Laurette Onkelinx, ministre: Comme je vous l'ai dit lors des travaux préparatoires, une demi-douzaine de réunions ont eu lieu avec le secteur bancaire. Il y a eu des discussions approfondies. À la demande du secteur, des modifications importantes avaient été apportées, à l'époque, au projet de loi en discussion au niveau du gouvernement.

Par exemple, seule la banque dans laquelle le locataire perçoit ses revenus réguliers – de travail ou de remplacement – est tenue d'octroyer cette garantie. Cela assure le fait que l'octroi de la garantie s'inscrive dans une relation régulière entre la banque et le locataire. Si le locataire change de banque, la banque initiale peut demander la reconstitution immédiate de la garantie sauf à voir la banque nouvelle reprendre celle-ci. L'octroi de la garantie est en quelque sorte un complément au service bancaire universel.

Par ailleurs, la loi donne au Roi la possibilité de modaliser l'obligation pour la banque de constituer cette garantie pour un locataire qui serait déjà en défaut de reconstituer plus qu'une garantie locative. En clair, cela signifie qu'il pourra être mis fin au "rallye" d'un locataire qui ne reconstituerait jamais sa garantie bancaire et qui demanderait à chaque fois à une banque différente de lui en octroyer une nouvelle.

Les intérêts sur les sommes versées demeurent acquis à la banque jusqu'à reconstitution totale de la garantie, ce qui permet finalement à la banque de couvrir tout ou partie de son risque.

Enfin, une évaluation de ce système est prévue après un an de fonctionnement. À la suite de celle-ci, le gouvernement qui sera en place pourra décider de contre-garantir les garanties bancaires octroyées à certaines catégories de locataires. Dans ce cas, le gouvernement déterminera aussi les modalités de financement de cette contre-garantie: crédits budgétaires ou cotisations à charge du monde bancaire de manière à mutualiser entre les différentes banques les risques de défaut de reconstitution de garanties.
On constate depuis lors que les pratiques des banques ne se déroulent pas toujours dans le respect de la législation: soit de la lettre, certaines banques ne proposant pas ce service , soit dans l'esprit, avec des demandes de frais d'ouverture de dossier faramineux.
Le gouvernement étant en affaires courantes, il me semble difficile de proposer des modifications dans la législation. Notez bien que j'invite cependant le prochain gouvernement à le faire. Je sais également que certains groupes politiques, notamment le PS – mais il y en a peut-être d'autres –, ont déposé des propositions de loi visant à remédier à ces soucis.

Servais Verherstraeten : Mevrouw de vice-eerste minister, ik dank u voor uw antwoord. De problemen die op het terrein blijkbaar voorkomen en die u eerlijkheidshalve ook erkent – ik dank u voor uw openheid wat dat betreft – daar hebben we u uiteraard tijdens de besprekingen over de wijziging van de huurwetgeving ook op gewezen. Het is duidelijk dat de gesprekken tussen de banken en uzelf blijkbaar niet tot bindende afspraken hebben geleid. U had dat een stukje kunnen voorkomen als u een facultatief KB had uitgevaardigd dat u volgens de wet mocht uitvaardigen. Daarin zou men dan bindende afspraken met de sector hebben kunnen maken, waardoor de problemen zouden zijn voorkomen.
Ik betreur dat dit op het terrein ten opzichte van sommige huurders die het moeilijk hebben, problemen oplevert. We zullen inderdaad goed moeten evalueren en aanpassen in functie van een goede praktijk, waarover we al van gedachten hebben gewisseld en dat nog zullen doen.

2)

Commissie voor de Justitie : dinsdag 13 november 2007
De afficheringsplicht inzake huurzaken.
Vraag van de heer Raf Terwingen aan de vice-eerste minister en minister van Justitie over "de afficheringsplicht in huurzaken" (nr. 275)
Raf Terwingen: Mijnheer de voorzitter, mevrouw de minister, mijn vraag handelt over de afficheringsplicht inzake huurzaken.
Zoals u weet voorziet de nieuwe huurwetgeving in een verplichte affichering van de huurprijzen en de kosten bij de verhuring van een pand dat bedoeld is voor woninghuur. Op zich is dat natuurlijk een nobele gedachte. Het is de bedoeling dat de verhuurders daardoor de verplichting krijgen hun prijzen bekend te maken. Op die manier wordt de willekeur uitgeschakeld bij het eventueel al dan niet aanvaarden van huurders door in extremis de prijs op te trekken. In deze wetgeving werd aan de steden en gemeenten de mogelijkheid gegeven om dienaangaande initiatieven te nemen. Zij moeten het toezicht uitoefenen op de naleving van de afficheringsplicht door de huiseigenaars en de verhuurders.
De maatregel heeft trouwens ook veel stof doen opwaaien in de pers. Ik heb zelf als plaatselijke dorpsadvocaat daarover verschillende keren vragen gekregen van huiseigenaars en verhuurders. De facto moeten wij vaststellen – ik stel het ook vast in het straatbeeld, alleszins bij ons in het mooie Limburg – dat er geen affichering van de huurprijzen gebeurt. De gemeentebesturen lijken ook niet op de hoogte te zijn van deze maatregelen. Ik heb daaromtrent ook navraag gedaan bij een aantal gemeentes in mijn buurt.
Mijn vraag is tweeledig. Ten eerste, hoeveel gemeente- of stadsbesturen hebben ondertussen van de mogelijkheid gebruik gemaakt, door het aannemen van een gemeentelijk reglement ter zake? Ten tweede, hoe werden de gemeente- en stadsbesturen op de hoogte gebracht van deze mogelijkheid? Werden er dienaangaande rondzendbrieven of andere documenten verstuurd?
Minister Laurette Onkelinx: Mijnheer de voorzitter, collega, het is correct dat de wet van 25 april 2007 in de wet van 1991 betreffende de huurovereenkomsten de verplichting voor de verhuurders heeft ingeschreven om de huurprijs en de lasten te vermelden in elke openbare mededeling.
Deze wet werd goedgekeurd enkele dagen voor de regering in de periode van voorzichtige zaken ging. In deze omstandigheden waren er waren uiteraard contacten met de federaties van steden en gemeenten van de drie Gewesten, zoals dat ook gebeurde inzake de nieuwe regels betreffende de huurwaarborg en meer in het bijzonder met de OCMW’s.
Het is belangrijk te preciseren dat ongeacht wat de gemeenten doen, de affichering verplicht is. Het is de taak van de gemeenten om deze verplichting effectief doorgang te doen vinden door in administratieve boetes van 50 tot 2000 euro te voorzien. Ze moeten dus alleen hun reglement inzake de overlast aanvullen dat de meeste gemeenten van het land ingevoerd hebben.
Pour le moment, plusieurs communes s'apprêtent à l'inscrire dans leur règlement. Je prendrai Bruxelles comme exemple particulièrement illustratif d'une démarche que veulent entamer plusieurs communes pour rendre effective cette obligation d'affichage.

3)

à suivre...

Voyez les sites et blogs de l'auteur ( Léon Dochy, notaire honoraire à Pecq ) http://leondochy.blogspot.com/



Compteur ("blogbail") mis en service le 11 octobre 2007:


un compteur pour votre site